In de discussie rondom de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is de positie van de kwaliteitsborger al vanaf het begin een discussie. Was het oorspronkelijk nog de bedoeling om een kwaliteitsborger zijn werk te laten doen vanuit een ‘onafhankelijke positie’, bijvoorbeeld binnen een bouwbedrijf, de uiteindelijke wetstekst maakt duidelijk dat dat niet mogelijk is.
Geen slager dus die zijn eigen vlees keurt. Maar hoe verhoudt de positie van de kwaliteitsborgers zich dan wel tot de rol en positie van de overige betrokken partijen? Daarover geeft het concept-Besluit Kwaliteitsborging meer duidelijkheid. In een artikel op Omgeving in de Praktijk wordt hierop dieper ingegaan.
Dit is natuurlijk een lastig punt. Hoe onafhankelijk is de kwaliteitsborger nog, als deze vanuit een bouwbedrijf werkt?Staat dan immers maar open voor beïnvloeding.
Dat klopt. Vanuit zowel de instrumentaanbieder als vanuit de Toelatingsorganisatie wordt echter toezicht gehouden op de kwaliteitsborger en ook op zijn onafhankelijkheid. Bij fraude zal een kwaliteitsborger geschrapt worden uit het register. Op die manier moet er ’tegenwicht’ georganiseerd worden tegen de verleiding om zaken door de vingers te zien. Maar zeker zal het voor kunnen komen. je vangt met regels helaas geen boeven…