De eerste lijnen voor de tweede termijn donderdagavond (16 februari 2017) in het debat over de Wet kwaliteitsborging tekenen zich af. Daar waar minister Blok en de Tweede Kamer na afloop van de beantwoording in eerste termijn uit elkaar gingen met de conclusie dat de laatste amendementen om een uitgebreide, nadere afweging vroegen, zijn de aangepaste amendementen inmiddels gepubliceerd. Aan minister Plasterk de taak het laatste half uur van het debat in goede banen te leiden.
Het aangepaste Amendement 11 (De Vries) expliceert de waarschuwingsplicht van de aannemer. De aannemer moet een waarschuwing conform de waarschuwingsplicht in het BW voortaan schriftelijk doen en daarbij aangeven wat de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst zijn. Met dit amendement wordt duidelijker waarvoor de aannemer aansprakelijk is.
De strekking van het voorstel dat Amendement 12 vervangt (De Vries) is niet veel veranderd. Doel is nog steeds dat het bevoegd gezag bij de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen die valt onder kwaliteitsborging een risicobeoordeling van het bouwwerk ontvangt. Dit wordt bepaald via een toevoeging aan artikel 2.8 van de Wabo en vervolgens uitgewerkt via lagere wetgeving. Hierdoor wordt benadrukt dat de risicobeoordeling aan de gemeente wordt verstrekt in het kader van haar handhavende taak en niet om deze inhoudelijk te beoordelen en het werk van de kwaliteitsborger over te doen.
Amendement 14 is vervangen door een aangepast voorstel (De Vries) dat wel nog steeds een consumentendossier introduceert – door de aannemer te leveren aan zijn opdrachtgever bij gereedmelding – maar de gemeente heeft hierbij geen rol meer. Het nieuwe amendement zorgt er verder voor dat bij AMvB regels opgenomen moeten worden inzake het dossier bevoegd gezag. Dit laatste was al voorzien in de concept-AMvB maar kent met dit amendement een directe wettelijke grondslag.