In de afgelopen periode is een pilot uitgevoerd met bouwplantoetsing onder certificaat bij 60 woningen in het project “Ik bouw betaalbaar in Almere”. De bouwplantoetsing is uitgevoerd door Grontmij waarbij de gemeente Almere steekproefsgewijs controleerde alvorens vergunning te verlenen.
Binnen de pilot is al snel discussie ontstaan over de aannemelijkheid van het voldoen aan de eisen voor constructieve veiligheid. Reden voor Almere om vrij vroeg in het project – naast de gecertificeerde toets – de constructie weer volledig te toetsen. Uit de toetsing bleek op het constructieve vlak veel aan te merken te zijn op de gecertificeerde toets. Er lijkt sprake van onderschatting van de benodigde inspanning door de private toetser en daarmee van een te groot project voor de beschikbare capaciteit. Overige conclusies en aanbevelingen waren:
- De rapportages van de toetser waren onvoldoende eenduidig
- Onduidelijkheid over de vraag of een deel van de toetsing later kan worden uitgevoerd. Wettelijk is dit geregeld, de BRL5019 gaf hierover onvoldoende informatie.
- Mogelijke belangenverstrengeling door zowel het ontwerp als de toetsing van de constructie door dezelfde partij.
Partijen concluderen dat de pilot niet dat heeft laten zien wat vooraf werd verwacht. Duidelijk is dat communicatie en ervaring met het toetswerk zaken zijn die nadrukkelijk onderdeel uitmaken van de toekomstige taak van de private toetser. En (ook) daar zal nog de nodige aandacht aan besteed moeten worden!
Het evaluatierapport is hier te lezen.
Focus meer op toetsing dan op eindresultaat…
Uit de evaluatie van de pilot komt naar voren dat er een erg sterke nadruk heeft gelegen op het vooraf toetsen van de plannen. Wat blijkt uit de volgende tekst uit de evaluatie:
"Een vaak gehoorde reactie op de hierboven genoemde punten is dat het onderdeel van minder zwaarwegend belang is, of dat het bij de uitvoering wel goed komt. Beiden punten zijn dan misschien het discussiëren waard, maar staan los van het doel van deze pilot waarbij toetsing centraal staat. Door toetsing voorafgaand aan de uitvoering, al dan niet door een gecertificeerde marktpartij, zal met enige zekerheid vast komen te staan of aannemelijk worden dat het bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit. Dat is het doel van de preventieve toetsing tijdens de vergunningsfase."
Een dergelijk uitgangspunt – dat bij meer pilots naar voren komt – is enigszins rigide en doet afbreuk aan de doelstelling van de Wet kwaliteitsborging: meer focus op het eindresultaat en minder op de papieren werkelijkheid vooraf. Een goede vervolgvraag bij deze pilot zou dan ook zijn: Kwam het bij de uitvoering inderdaad goed? Een vraag die absoluut beantwoord moet worden!