Op vrijdag 9 december heeft minister Blok een drietal onderzoeken over de Wkb aangeboden aan de Tweede Kamer: Financiële gevolgen voor gemeenten, Tussentijdse evaluatie proefprojecten en De rol van de gemeente binnen het stelsel van private kwaliteitsborging.
Het rapport Kwaliteitsborging bouwen achterblijvende taken en financiële gevolgen voor gemeenten (Cebeon, 2016) geeft een verdieping op het eerder door Sira Consulting uitgevoerd onderzoek naar de financiële gevolgen van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Het rapport bespreekt op basis van de financiële verantwoording van gemeenten wat de effecten zijn van het wegvallen van de toets aan het Bouwbesluit en wat de gevolgen zijn voor de kosten van de achtergebleven taken. Cebeon concludeert dat onder invloed van de Wkb de gemeentelijke lasten naar verwachting sterker afnemen dan de baten, waardoor het dekkingstekort vanuit de leges per saldo afneemt tot minder dan 20% (macro), hetgeen vanuit gemeenten gezien een positieve ontwikkeling is. Hierbij wordt nog opgemerkt dat de verschillen per gemeente groot zijn en dat daardoor ook de uiteindelijke effecten kunnen verschillen. Verder verwacht Cebeon dat door het verder aantrekken van de conjunctuur mag worden verwacht dat de legesinkomsten (voor projecten met een grote bouwsom) toenemen, maar de kosten niet evenredig zullen stijgen.
Het rapport Tussentijdse evaluatie proefprojecten (Ligthart Advies, 2016) bevat een onderzoek naar de resultaten van en ervaringen met het experiment Keurmerk Garantiewoning en de pilots Amsterdam-Zeeburgereiland en Leiderdorp-Plantage. Een belangrijke conclusie in het rapport is dat er een duidelijk leereffect van alle proefprojecten uitgaat. Dat geldt zowel de gemeenten als de instrument- aanbieders, de kwaliteitsborgers en de bouwers. De werkwijze van de kwaliteitsborgers is in alle beschouwde proefprojecten aangepast naar aanleiding van de ervaringen, met name als het gaat om constructieve veiligheid. In alle drie de projecten is ingrijpen door het bevoegd gezag en / of de kwaliteitsborger noodzakelijk gebleken. Wellicht mede daardoor is door Ligthart geconstateerd dat het bewustzijn van de eigen verantwoordelijkheid bij de bouwers toeneemt.
Het rapport De rol van de gemeente binnen het stelsel van private kwaliteitsborging (Lubach, Boogers, Stok, & Plat, 2016) beschrijft de bestuursrechtelijke en bestuurskundige aspecten van de rol van gemeenten na invoering van de Wkb. Het eerste deel bespreekt de spagaat tussen het bewijsvermoeden dat de verklaring bij gereedmelding oplevert versus de taak van gemeenten om zo nodig handhavend op te treden. Naar de mening van de onderzoekers is het hierbij noodzakelijk om te zorgen voor een goede communicatie en informatie tussen de actoren en aandacht voor maatregelen die het vertrouwen tussen de actoren versterken. Ook in het tweede deel komt informatieverstrekking nadrukkelijk aan de orde, en dan specifiek richting het bestuur en de Raad. Ook zij moeten goed op de hoogte zijn van de wijzigingen die het nieuwe stelsel met zich meebrengt als het gaat om taken en bevoegdheden. Wat betreft de resterende taken adviseren onderzoekers om regionale samenwerking te faciliteren. Tot slot wordt geadviseerd een praktisch leidraad op te stellen voor de invoering van de Wkb voor gemeenten.
In de aanbiedingsbrief geeft minister Blok aan de aanbevelen over te nemen en met de VNG en andere betrokkenen in overleg te treden over de uitvoering daarvan.